De directeur van een handelsonderneming krijgt signalen dat zijn facility manager een verbouwing van zijn privéwoning door een bouwleverancier van het bedrijf heeft laten uitvoeren. Nadat de zaak grondig is onderzocht, is de facility manager zijn baan kwijt en de bouwleverancier zijn allergrootste klant. 


Een handelsonderneming heeft verschillende gebouwen in beheer. Het onderhoud van deze gebouwen wordt uitgevoerd door een lokaal bouwbedrijf. De facility manager van de handelsonderneming heeft de opdrachtverstrekking van dit vastgoedonderhoud in zijn portefeuille.  

Wanneer de handelsonderneming in een fusietraject terecht komt, meldt een medewerker van de fusiepartner dat de betreffende facility manager in het verleden privézaken zou hebben gedaan met een leverancier van zijn toenmalige werkgever. Hierbij zou sprake geweest zijn van onregelmatigheden. Omdat de facility manager recentelijk zijn privéwoning heeft laten verbouwen door het bouwbedrijf dat leverancier is van de handelsonderneming, wordt door de directie besloten een onderzoek in te stellen door een recherchebureau. 

Verdacht

De facility manager geeft toe dat hij inderdaad bij een vorige werkgever – naar eigen zeggen ten onrechte – verdacht is geweest van fraude. Hij had destijds verf besteld bij een leverancier die om voor hem onverklaarbare reden de rekening van deze verf naar zijn werkgever had gestuurd. Hij is destijds op verdenking van fraude ontslagen. 

Hij vertelt nu dat hij voor zijn privéverbouwing inderdaad het bouwbedrijf heeft ingeschakeld waar hij vanuit zijn rol bij het handelsbedrijf zaken mee doet. Hij zegt dat hij niets te verbergen heeft en overlegt alle tekeningen, offertes, facturen en betalingsbewijzen van zijn verbouwing en toont de onderzoekers de aanpassingen die zijn aangebracht aan zijn woning. De dakramen zijn afkomstig van een dakramenfabrikant die ook levert aan de handelsonderneming. De facility manager doet naar eigen zeggen privézaken met deze bedrijven, omdat hij ze vertrouwt en weet welke kwaliteit ze leveren.

Wel érg opvallend lage prijzen…

Wanneer de onderzoekers de aangeleverde documenten bestuderen, blijkt al snel dat op de facturen van een installatiebedrijf en het betreffende bouwbedrijf, wel erg lage prijzen staan. Nader onderzoek wijst uit dat het hier zeer waarschijnlijk gaat om inkoopsprijzen. Ook kunnen de onderzoekers de nieuwe dakramen niet terugvinden op de facturen van het bouwbedrijf. Hierop wordt besloten om een bezoek te brengen aan het bouwbedrijf.

De directeur van het bouwbedrijf vertelt dat hij de verbouwing van de privéwoning van de facility manager inderdaad tegen kostprijs heeft gedaan. Hij kon in deze magere tijden het werk goed gebruiken. Daarnaast realiseerde hij zich dat het wel eens in zijn voordeel zou kunnen werken wanneer hij zijn contactpersoon van het handelsbedrijf een verbouwing voor een mooi prijsje zou leveren. Van de aankoop van de dakramen weet de directeur van het bouwbedrijf niets. Het bouwbedrijf heeft ze alleen maar geplaatst. 

De facility manager vertelt de dakramen kosteloos te hebben ontvangen van de dakramenfabrikant. Wanneer de onderzoekers zich richten tot de dakramenfabrikant, blijken er facturen naar het bouwbedrijf te zijn gestuurd voor de dakramen. Deze facturen zijn ook betaald.In een volgend gesprek geeft de directeur van het bouwbedrijf toe dat de dakramen inderdaad door hem zijn betaald. Ook verklaart hij dat de kosten voor deze dakramen in opdracht van de facility manager versleuteld zijn in eerdere facturen aan het handelsbedrijf. 

De confrontatie

De directie van de handelsonderneming confronteert de facility manager met de rapportage van het recherchebureau. Deze kan geen kant op en geeft toe dat hij inderdaad de kosten van de verbouwing van zijn privéwoning voor rekening heeft laten komen van zijn werkgever. De facility manager wordt ontslagen. Het bouwbedrijf en de dakramenfabrikant wordt te verstaan gegeven dat zij geen goederen en diensten meer zullen leveren aan de handelsonderneming. Bij de handelsonderneming is inmiddels pre-employment screening ingevoerd om dit soort zaken in de toekomst te helpen voorkomen.